Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Bij franchising heeft met name de franchisegever een sterke positie. Zo bepaalt hij onder meer de franchiseformule, de (prijs van de) producten en heeft hij het overzicht van de resultaten van alle franchisenemers. Hoe blijven de verhoudingen tussen partijen gezond? Wat mogen franchisenemers en franchisegever van elkaar verwachten?
Om meer evenwicht te brengen in de relatie van de franchisegever en franchisenemers heeft de franchisebranche de Nederlandse Franchise Code (‘NFC’) opgesteld. De NFC geeft richtlijnen voor de periode voorafgaand aan, tijdens en na beëindiging van een franchiserelatie. Aanleiding hiervoor is de negatieve berichtgeving over de vele rechtszaken tussen franchisegevers en franchisenemers. Deze gingen over onder meer te positieve exploitatieprognoses en te hoge inkooptarieven die een aantal franchisegevers hanteerden. De code sluit aan bij de Europese Erecode Inzake Franchising.
De gedragscode is niet bindend, maar dient vrijwillig worden toegepast door franchisegevers en franchisenemers. Dit kan bijvoorbeeld door de NFC in een franchiseovereenkomst van toepassing te verklaren. Per 1 januari 2021 is de Wet franchise van kracht geworden. In tegenstelling tot de Nederlandse Franchise Code is deze wet wel bindend.
De belangrijkste onderdelen van de code zijn:
Franchisegevers en franchisenemers hebben ieder hun eigen rechten en plichten. Zo dient een franchisegever te zorgen voor de commerciële, operationele en logistieke invulling van de franchiseformule. Daarbij mag hij de franchisenemer alleen verplichtingen opleggen die verband houden met de franchiseformule. De franchisenemer dient de reputatie van de formule te waarborgen en de franchisegever op verzoek inzage te geven in de bedrijfsadministratie. Ook moet de franchisenemer meewerken aan het updaten van de franchiseformule.
In de franchiserelatie gaat het collectieve belang van de franchiseformule in beginsel boven het individuele belang van een franchisenemer. Om goede verhoudingen tussen partijen te houden dient er een overlegstructuur te zijn. Hierbij moeten ook de belangen van de franchisenemers tot hun recht kunnen komen. Franchisenemers dienen in ieder geval een instemmingsrecht te hebben bij onderwerpen die inhoudelijk van invloed zijn op de bedrijfsvoering van alle franchisenemers. Ook voor andere onderwerpen kunnen partijen een advies- of instemmingsrecht afspreken.
Daarnaast regelt de NFC zaken als werving en selectie van franchisenemers. In het bijzonder benoemt de code welke informatie de franchisegever moet verstrekken aan (potentiële) franchisenemers, zoals:
De franchiseovereenkomst moet helder de rechten en plichten van franchisenemers en de franchisegever verwoorden. Dit geldt met name voor de vergoedingen die de franchisegever hanteert. De rechten van de franchisegever mogen daarnaast niet verder strekken dan nodig is om (met name) de intellectuele eigendom te beschermen.
De NFC introduceert een geschillencommissie die geschillen over zowel de wet, de franchiseovereenkomst als de NFC kan beslechten. Deze geschillencommissie moet nog worden opgericht.
Ook de NFC werkt op basis van het – voor gedragscodes welbekende – ‘pas toe of leg uit’-principe. Afwijken van de NFC is dan ook mogelijk, mits dit gemotiveerd wordt gemeld.
De huidige code is de tweede versie nadat een eerder concept veel kritiek had gekregen. Al bij de presentatie van de NFC bleek dat nog niet de gehele branche deze accepteert. Vooral franchisegevers hebben terughoudend gereageerd op de verplichtingen die de code hen oplegt, zoals het ‘pas toe of leg uit’-principe. Daarnaast blijft de NFC op onderdelen algemeen en laat zij veel ruimte voor interpretatie. Zo wordt bijvoorbeeld over webwinkels alleen vastgelegd dat hierover tussen franchisegever en franchisenemer afspraken dienen te worden gemaakt.
Heeft u vragen wat de Nederlandse Franchise Code voor uw franchiseovereenkomst betekent of voor uw relatie met franchisenemers of de franchisegever? Dan kunt u contact opnemen met ons:
Op 28 juni 2025 treedt de European Accessibility Act in werking. Dan moeten digitale producten en diensten ook voor personen met een beperking toegankelijk zijn. Voor welke bedrijven, producten en diensten geldt de wet? Met welke beperkingen moet u rekening houden? Wat zijn de gevolgen als u niet aan de wet voldoet?
Als een contract is beëindigd, kunnen er nog steeds verplichtingen zijn die u wilt dat je contractpartner nakomt, zoals garanties of vertrouwelijkheid. U kunt dit regelen door middel van “survival clauses”, bepalingen die het einde van het contract overleven. Waar moet u op letten bij het opnemen van dergelijke clausules?
De franchiseovereenkomst en de distributieovereenkomst lijken veel op elkaar, maar er zijn ook belangrijke verschillen. Welke gevolgen heeft het als u een franchiseovereenkomst sluit, terwijl dit eigenlijk een distributieovereenkomst is of omgekeerd? Hoe kunt u dit misverstand voorkomen?
Nu de Belastingdienst weer de Wet DBA handhaaft, is deze vraag nog belangrijker geworden. In een recente uitspraak over Uber-chauffeurs heeft de Hoge Raad extra handvatten gegeven om te bepalen of iemand zzp’er is.
Een belangrijk onderdeel van de corporate governance is het naleven van de verschillende regels die voor de onderneming gelden: compliance. Hoe zorgt u dat uw bedrijf compliant wordt en blijft?
De aandeelhoudersovereenkomst is de belangrijkste overeenkomst die tussen aandeelhouders en de vennootschap wordt gesloten. Welke zaken dient u in deze overeenkomst te regelen?