Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) is op 1 juli 2021 in werking getreden. Bestuurders van goede doelen kunnen daardoor eerder aansprakelijk zijn. Wat is er veranderd?
De Wbtr heeft het bestuur en toezicht van alle rechtspersonen zo veel mogelijk gelijkgetrokken. Daardoor is bijvoorbeeld de ontslagregeling voor stichtingsbestuurders veranderd. Ook geldt de regeling voor bestuurdersaansprakelijkheid voor de NV en BV nu ook voor de bestuurders van non-profit stichtingen. Dit heeft vooral gevolgen voor de aansprakelijkheid bij faillissement.
De hoofdregel voor bestuurdersaansprakelijkheid is dat bestuurders van rechtspersonen in eerste instantie niet persoonlijk aansprakelijk gesteld kunnen worden. Dat is anders als zij zich schuldig maken aan ernstig verwijtbaar handelen of opzet. Deze regel is niet veranderd.
Door de Wbtr kunnen ook de bestuurders van non-profit organisaties hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het boedeltekort als de stichting failliet gaat. Dat is het geval wanneer het faillissement mede te danken is aan onbehoorlijk bestuur. Bestuurders kunnen dan aansprakelijkheid alleen voorkomen, wanneer zij kunnen aantonen dat:
Er is wel een belangrijk verschil met bv’s, nv’s en commerciële stichtingen. Daar geldt namelijk als uitgangspunt dat het faillissement het gevolg is van onbehoorlijk bestuur als niet is voldaan aan de administratieplicht of de verplichting om de jaarcijfers te publiceren. Dat vermoeden geldt niet bij non-profit organisaties. Maar natuurlijk is het ook voor hen verstandig om goed zicht te houden op de financiële situatie. Al is het maar om het vertrouwen van donateurs en subsidiegevers te houden.
Wat er veranderd is, wordt duidelijk wanneer we kijken naar een zaak uit 2018. Zoals zo vaak begon ook deze kwestie met goede bedoelingen. Ouders wilden een eigen school starten, waar gewerkt zou worden met een nieuwe onderwijsmethode. Daarvoor richtten zij een stichting op met de optimistische naam Perpetuum. Vrijwel meteen bleek dat de overheid geen subsidie zou verlenen aan de school. Het schoolgeld werd bewust laag gehouden. Geen inkomsten, wel uitgaven en schulden. Dit kon niet eeuwig blijven duren voor Perpetuum. Een faillissement was dus onafwendbaar. Precies de situatie waarover de wetswijziging gaat.
De curator van de stichting vorderde dat de bestuurders en de schoolleider het boedeltekort van de stichting inclusief de faillissementskosten betaalden. Daar gingen de rechters niet mee akkoord. De bestuurders vielen niet onder de wettelijke regeling voor commerciële stichtingen die hen aansprakelijk maakte voor het boedeltekort. Zij waren daarom alleen aansprakelijk voor de schade die zij de stichting hadden toegebracht, namelijk de gemaakte schulden en onbetaalde rekeningen. Daar vielen de faillissementskosten niet onder. En juist die regeling geldt nu dus wel voor bestuurders van non-profit organisaties.
Bovendien moest in deze zaak de schade worden aangetoond en moest worden bewezen dat deze veroorzaakt was door het handelen van bestuurders. In de nieuwe regeling moet alleen een relatie kunnen worden gelegd tussen het onbehoorlijk bestuur en het faillissement. In dat geval geldt als uitgangspunt dat de bestuurders aansprakelijk zijn voor het gehele boedeltekort.
In de besproken zaak stelden de bestuurders dat zij niet betaald werden en ook geen voordeel hadden van hun beleid. Eerder het tegendeel. Zij hadden veel tijd en ook eigen geld geïnvesteerd. Een van de bestuurders gaf daarnaast aan dat het een vriendendienst was geweest en dat hij van besturen en onderwijs eigenlijk niet veel verstand had. Verminderde dat zijn aansprakelijkheid? Nee, ook vrijwilligers zijn verantwoordelijk voor wat zij doen, oftewel: goed doen moet je goed doen.
Wel was er reden voor matiging van de schadevergoeding van bijna 100.000 euro. Naast de goede bedoelingen en het ontbreken van eigen voordeel, vonden de rechters ook de gevolgen van een hogere schadevergoeding niet aanvaardbaar. De bestuurders beschikten namelijk niet over financiële reserves. Desondanks waren zij nog steeds hoofdelijk aansprakelijk voor een schade van meer dan 70.000 euro.
Heeft u vragen over de Wbtr en welke gevolgen dit heeft voor uw goede doel? Wij geven graag advies. Ook als u een geschil hebt met uw medebestuurders kunnen wij u bijstaan, zo nodig in een juridische procedure. Onze advocaten besturen zelf ook goede doelen en weten wat er in de praktijk speelt. Neem contact met ons op:
Ruim een kwart van de bedrijven is nog niet klaar voor de ESG-rapportage, de duurzaamheidsverslaggeving die vanaf 2025 verplicht is. Aan welke regels moeten ondernemingen gaan voldoen? En welke eisen gelden nu al?
Het wordt nog makkelijker om in Nederland een bedrijf te starten. Vanaf 1 januari 2024 kan het oprichten van een bv geheel online. Wat verandert er?
De WHOA maakt het makkelijker voor een bedrijf dat failliet dreigt te gaan om een faillissement te voorkomen. Dat kan door een bindend akkoord met alle schuldeisers, ook als zij niet allemaal met het akkoord instemmen. Welke rechten hebben schuldeisers in de WHOA-procedure?
Op 12 juni 2023 is de nieuwe Verordening Productveiligheid in werking getreden. Per 13 december 2024 moeten producten aan deze verordening voldoen. Welke gevolgen heeft de nieuwe productveiligheidsverordening? En welke ondernemers moeten nu al maatregelen gaan nemen?
Functiebenamingen als algemeen directeur, CEO, bestuurder en gevolmachtigde directeur komen veel voor. Juridisch gezien zijn er maar twee functies te onderscheiden. Wat zijn de verschillen en wie mag wat? En wat zijn de gevolgen bij ontslag van een bestuurder?
Fraud causes billions in damages each year. Companies face, for example, fraudulent contracting parties, directors and employees. The management and supervisory board might play the most important role in a company when it comes to fraud prevention. In this newsletter we will give them some legal tools to prevent fraud.