Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55De algemene voorwaarden die u gebruikt zijn niet zo maar van toepassing. Daarvoor moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Een van daarvan is dat uw contractspartij bekend is met deze voorwaarden. Hoe kunt u voldoen aan deze informatieplicht?
Het is voor ondernemers aan te raden om gebruik te maken van algemene voorwaarden. Om deze van toepassing te laten zijn, moeten de voorwaarden zijn overeengekomen. Eén van de voorwaarden daarvoor is dat uw contractspartij kennis kan nemen van de voorwaarden die u van toepassing wilt laten zijn. Dit wordt ook wel de informatieplicht genoemd. Hieraan wordt doorgaans voldaan door voor of bij het sluiten van de overeenkomst ook de algemene voorwaarden of een link daarnaar mee te sturen.
Indien uw contractspartij geen redelijke mogelijkheid heeft gehad om kennis te nemen van de inhoud van de algemene voorwaarden, zijn deze vernietigbaar. De regels die u van toepassing wenste te verklaren gelden dan niet. Of tenminste, dat gold tot voor kort.
De Hoge Raad heeft op 11 november 2022 geoordeeld dat een contractspartij de algemene voorwaarden niet langer mag vernietigen als zij, hoewel deze niet zijn verstrekt, toch met deze voorwaarden bekend is geworden. Het is niet langer van belang op welke manier een contractspartij bekend is geworden met de algemene voorwaarden.
Deze uitspraak is vooral van belang voor ondernemers die gebruik maken van standaard algemene (sector)voorwaarden als FENIT, FENEX of ICT~OFFICE. Wanneer ondernemers geacht worden kennis te hebben van deze standaardvoorwaarden, bijvoorbeeld omdat zij deze zelf ook gebruiken of hierover een training hebben gevolgd, kunnen zij geen beroep doen op vernietiging daarvan als deze voorwaarden worden gebruikt door een contractspartij.
In het geschil waarover de Hoge Raad zich heeft uitgelaten ging het om de levering van zonnebloemkoek door Doens Food Ingredients aan veevoercoöperatie De Eendracht. De Eendracht verwerkte die vervolgens tot veevoer en verkocht dat door aan haar klanten. Een van de klanten was niet tevreden over het product en de zaak tussen De Eendracht en de klant kwam voor de rechter. De Eendracht riep vervolgens Doens op om ook voor de rechter te verschijnen, omdat Doens volgens De Eendracht verantwoordelijk zou zijn voor eventuele gebreken in het veevoer.
Doens stelde echter dat de rechter niet bevoegd was. In de koopovereenkomsten tussen Doens en De Eendracht waren namelijk de Conditiën van de Nederlandse Handel in granen en Diervoedergrondstoffen (CNGD) van toepassing verklaard. Dit zijn sectorbrede standaardvoorwaarden, op grond waarvan geschillen tussen De Eendracht en Doens aan een arbiter moesten worden voorgelegd en niet aan de gewone rechter. De rechter was van oordeel dat de CNGD niet van toepassing waren en hij dus wel bevoegd was. De CNGD werden weliswaar genoemd in de overeenkomsten tussen Doens en De Eenheid, maar zijn bij het sluiten van de koopovereenkomsten niet aan De Eenheid verstrekt.
Uiteindelijk kwam de zaak bij de Hoge Raad terecht. Die oordeelde dat de CNGD wel van toepassing waren, ook al waren die bij het sluiten van de overeenkomst niet verstrekt. De statutair bestuurder van De Eendracht had namelijk de zogeheten ‘Graancursus’ gevolgd. In deze cursus zijn de CNGD inclusief het arbitragebeding behandeld. De bestuurder had dus hoewel de CNGD niet verstrekt waren bij het sluiten van de overeenkomst wél kennis van het beding. De Hoge Raad noemt dit de “bekendheidsuitzondering”.
De Hoge Raad oordeelde in 2011 nog dat niet aan de informatieplicht is voldaan als de algemene voorwaarden alleen (door een zoekopdracht) op internet kunnen worden gevonden. Er kon in dat geval niet worden verondersteld dat de contractspartij op de hoogte was van deze voorwaarden. De algemene voorwaarden moesten volgens de Hoge Raad echt worden verstrekt bij het sluiten van de overeenkomst.
In het arrest van 11 november 2022 is de Hoge Raad dus teruggekomen van dit standpunt. De Hoge Raad oordeelt namelijk dat een contractspartij de algemene voorwaarden niet meer kan vernietigen als deze daarmee bekend is of geacht kan worden daarvan kennis te hebben genomen. Het maakt daarbij niet uit of de voorwaarden zijn verstrekt bij het sluiten van de overeenkomst of dat een contractspartij op een andere manier bekend is geworden met deze voorwaarden. De bestuurder van De Eendracht die een cursus had gevolgd over de CNGD kon dus niet stellen dat hij geen kennis had over de algemene voorwaarden omdat hij hier tijdens de cursus bekend mee was geworden.
De Hoge Raad komt de praktijk met dit arrest tegemoet door de wettelijke bevoegdheid tot vernietiging van algemene voorwaarden te beperken. Een contractspartij kan namelijk geen beroep meer doen op vernietiging van de voorwaarden wegens het ontbreken van de redelijke mogelijkheid om daarvan kennis te nemen als deze de voorwaarden op een andere wijze al heeft leren kennen of deze in haar eigen contracten gebruikt. Wie voorwaarden namelijk al kent, hoeft hiertegen niet te worden beschermd.
Dat er nu een extra mogelijkheid bestaat om een beroep op vernietiging van de algemene voorwaarden te betwisten, is geen reden om er niet voor te zorgen dat uw contractspartij op eenvoudige wijze kennis kan nemen van uw voorwaarden. Dat kunt u doen door deze bij de te tekenen overeenkomst te voegen of door – als deze overeenkomst digitaal wordt gesloten – een link te geven naar uw algemene voorwaarden. Als Doens dat had gedaan, was dit geschil over de bevoegde rechter al in eerste instantie beslist geweest.
Wilt u meer weten over algemene voorwaarden of wilt u dat wij deze voor u opstellen? Neem dan contact op met Russell Advocaten:
De WHOA maakt het makkelijker voor een bedrijf dat failliet dreigt te gaan om een faillissement te voorkomen. Dat kan door een bindend akkoord met alle schuldeisers, ook als zij niet allemaal met het akkoord instemmen. Welke rechten hebben schuldeisers in de WHOA-procedure?
Op 12 juni 2023 is de nieuwe Verordening Productveiligheid in werking getreden. Per 13 december 2024 moeten producten aan deze verordening voldoen. Welke gevolgen heeft de nieuwe productveiligheidsverordening? En welke ondernemers moeten nu al maatregelen gaan nemen?
Na negen jaar is er eindelijk duidelijkheid naar wie de schatten van de Krim moeten. Volgens de Hoge Raad moeten zij naar de staat Oekraïne, de eigenaar en beheerder van de archeologische voorwerpen die in 2014 in bruikleen waren gegeven aan het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Hoe is de Hoge Raad tot oordeel gekomen?
Het nieuws dat een medewerker kunst uit het British Museum zou hebben gestolen was reden voor Nieuwsuur om mr. Paul W.L. Russell te interviewen. Omdat dergelijke diefstallen vaker voorkomen is het van belang dat musea hun collectie goed beheren en beschermen. Waar moeten zij in het bijzonder op letten?
Gebouwen kunnen tijdloos zijn, maar eens in de zoveel tijd zullen er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om verval te voorkomen. Huurder en verhuurder hebben verschillende rechten en plichten al naar gelang de werkzaamheden zijn aan te merken als renovatie of (dringend) onderhoud.
Fraud causes billions in damages each year. Companies face, for example, fraudulent contracting parties, directors and employees. The management and supervisory board might play the most important role in a company when it comes to fraud prevention. In this newsletter we will give them some legal tools to prevent fraud.