Paul is een zeer ervaren, creatief en vasthoudend procesadvocaat
paul.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Ook als de Restitutiecommissie adviseert om roofkunst terug te geven is nog niet zeker dat het kunstwerk ook echt teruggaat naar de rechthebbenden. Het kan namelijk zijn dat het kunstwerk onvervangbaar en onmisbaar voor het Nederlands cultuurbezit is en Nederland niet uit mag.
In het kunstbezit van de overheid bevinden zich de nodige kunstwerken die door de nazi’s geroofd kunnen zijn. De eigenaar daarvan heeft dus onvrijwillig het bezit daarvan verloren. Dit geldt vooral voor de NK-collectie. Nabestaanden van de oorspronkelijke eigenaren van deze objecten kunnen bij de Restitutiecommissie een verzoek om teruggave indienen. Deze beoordeelt het verzoek onder andere door te kijken naar de belangen van de indieners van de claim en die van de huidige eigenaar. Daarnaast weegt de commissie het belang van het openbaar kunstbezit mee. Indien de Restitutiecommissie overtuigd is van de rechtmatigheid van de claim adviseert zij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om het kunstwerk terug te geven. Daarmee is de zaak afgesloten en kan het werk terug. Of toch niet?
Als de overheid een cultuurgoed of verzameling wil afstoten moet dit op grond van de Erfgoedwet altijd bekend gemaakt worden. Dit gebeurt door publicatie van het voornemen tot vervreemding in de Staatscourant. Zij bijvoorbeeld dit recente bericht. Iedereen heeft dan zes weken de tijd om een zienswijze in te dienen “over de vraag of het cultuurgoed of de verzameling van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis is en onvervangbaar en onmisbaar voor het Nederlands cultuurbezit”. Daarnaast kan de Minister hierover ook nog advies vragen aan een speciale commissie. Indien het antwoord op de vraag bevestigend is, kan het kunstwerk als beschermd cultuurgoed worden aangewezen. Deze regeling geldt ook als het gaat om de uitvoering van een advies van de Restitutiecommissie.
Een aanwijzing als beschermd cultuurgoed betekent dat het werk zonder toestemming niet verkocht, weggegeven, geveild, verhuurd en in bruikleen of als onderpand gegeven worden. Ook verplaatsingen binnen Nederland moeten worden gemeld.
Het meest relevant is in dit verband echter de bepaling dat de eigenaar toestemming nodig heeft van de Minister als deze het werk naar het buitenland wil brengen. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om verkoop, bruikleen of om het verplaatsen naar de eigen woning.
De meeste roofkunst was eigendom van Joodse eigenaren. Tijdens en na het naziregime zijn deze families vaak over de hele wereld verspreid. Veel claims komen dan ook uit het buitenland.
Gevolg van de vervreemdingsprocedure is dan ook dat na een succesvolle claim alsnog de kans bestaat dat zij niet de vrije beschikking krijgen over hun eigendom. Daarvoor kan deze procedure toch niet bedoeld zijn? Bovendien heeft de Restitutiecommissie al het belang van het openbaar kunstbezit meegewogen in haar oordeel. Waarom moet het oordeel van de commissie op deze wijze ter discussie worden gesteld? Door nota bene de overheid zelf.
Het onderliggende probleem is dat de regeling voor de aanwijzing van beschermd cultuurgoed geen rekening houdt met de speciale situatie van de restitutie. De procedure gaat uit van de situatie dat de eigenaar van een cultuurgoed in Nederland Nederlands ingezetene is. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de bepaling dat een beschermd cultuurgoed bij een boedelscheiding niet naar een niet-ingezetene mag gaan. Maar bij restitutieclaims is dat uitgangspunt dus niet juist.
Tot nu toe is het gelukkig nog niet voorgekomen dat een kunstwerk na teruggave in Nederland moest blijven. Dat heeft mede te maken met een terughoudend aanwijzingsbeleid. Dit beleid is echter in december 2019 beëindigd op advies van de commissie-Pechtold.
Diezelfde commissie heeft geadviseerd om bij de lopende evaluatie van het restitutiebeleid ook “een definitief oordeel te vellen over de vraag of gerestitueerde kunst in aanmerking zou kunnen komen voor aanwijzing” (Aanbeveling 3.2). Deze evaluatie is inderdaad zeer gewenst. Er kan slechts één antwoord zijn: een ondubbelzinnig nee. Te restitueren kunst moet niet via deze “omweg” voor Nederland behouden blijven. Dat verdraagt zich niet met de kerngedachte van de restitutie: het herstel van het materiële onrecht dat vervolgingsslachtoffers is aangedaan. Onvrijwillig verloren kunst moet terug naar de originele eigenaren of hun nakomelingen.
Wat kan dan wel? Uiteraard kan in overleg met de rechtmatige eigenaren bekeken worden of zij bereid zijn het kunstwerk in Nederland te laten. Dat is bijvoorbeeld gebeurd in een zaak die door Russell Advocaten is behandeld bij de Restitutiecommissie. Na toewijzing van het restitutieverzoek is “Gebed voor de maaltijd” van Jan Toorop opnieuw gekocht door het Zeeuws Museum. Maar dat zal altijd alleen op basis van vrijwilligheid mogen gebeuren en mag niet worden afgedwongen door een aanwijzing. Dat verdraagt zich namelijk niet met de Washington Principles.
De evaluatie van het restitutiebeleid geeft ons gelijk. Restitutie aan de rechthebbenden moet altijd het uitgangspunt zijn. Van aanwijzing als beschermd cultuurgoed mag na een bindend advies tot teruggave geen sprake zijn.
Heeft u vragen over het nieuwe beleid rond de Collectie Nederland? Wilt u weten wat de gevolgen kunnen zijn voor uw kunstbezit? Of zoekt u advies over verkoop van kunst buiten Nederland? Over verdeling van kunst in de familie of andere kunst gerelateerde vragen? Neem dan contact op met ons team van gespecialiseerde advocaten en bel of e-mail mr. Paul W.L. Russell (paul.russell@russell.nl).
Het onderzoek naar roofkunst in Nederlandse musea is vrijwel afgerond. Wat zijn de resultaten en hoe kunt u als erfgenaam een claim indienen?
De Adviescommissie Bescherming Cultuurgoederen (in de wandelgangen: de Commissie-Pechtold) heeft 30 september 2019 haar advies gepresenteerd aan de Minister van Cultuur. Welke gevolgen heeft dit voor onder meer de kunsthandel, verzamelaars en stichtingen?
De regering heeft in een brief aangegeven hoe zij de voorstellen uit de adviezen van de Commissie-Buma in regelgeving wil gaan omzetten. Wat betekent dit in de praktijk voor particulieren die kunst of andere cultuurgoederen in eigendom hebben? Maar eerst: wat zijn de regels voor de uitvoer van beschermde cultuurgoederen op dit moment?
De regering heeft in een brief aangegeven hoe zij de voorstellen uit de adviezen van de Commissie-Buma in regelgeving wil gaan omzetten. Wat betekent dit in de praktijk voor particulieren die kunst of andere cultuurgoederen in eigendom hebben? Lost dit de problemen van eigenaren op?
Een belangrijk voordeel van een enquêteprocedure is dat daarin snel voorzieningen kunnen worden getroffen om de onderneming te beschermen. Welke maatregelen kan de Ondernemingskamer nemen?
Een geschil tussen aandeelhouders kan tot problemen leiden binnen de onderneming. Bij een 50/50 verdeling van de aandelen kan de besluitvorming zelfs onmogelijk worden en in het ergste geval het voortbestaan van de onderneming in gevaar brengen. Hoe wordt een dergelijk geschil opgelost?