Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Paul is een zeer ervaren, creatief en vasthoudend procesadvocaat
paul.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Als u als kunsthandelaar een kunstwerk in consignatie neemt en u verkoopt dit dan heeft de eigenaar recht op de opbrengst daarvan. Belangrijk is dat u de gemaakte afspraken ook op papier heeft staan in een overeenkomst. Hierin zijn de rechten en plichten van beiden vastgelegd.
Voor de verkoper die niet zo vertrouwd is met de kunsthandel is het een mooie oplossing: consignatie. De verkoper geeft het schilderij aan een kunsthandelaar, die dit voor de eigenaar probeert te verkopen. Zo profiteert deze van het netwerk en de publieke zichtbaarheid die de handelaar wel heeft en de eigenaar niet. En de kunsthandelaar krijgt een percentage van de opbrengst, zonder dat deze enig risico op verlies loopt. Een win-winsituatie dus. Wat kan er mis gaan?
Vrij veel, zo blijkt uit een recente zaak die speelde bij het Hof Amsterdam. Een verzamelaarster had in 2010 een aantal schilderijen, waaronder een tweetal van Jan Sluijters en Dirk Smorenberg, in consignatie gegeven aan een kunsthandel. Toen ze in 2018 de schilderijen terugvroeg, bleken de Sluijters en de Smorenberg al in 2012 en 2014 te zijn verkocht. Van de verkoopsom van € 35.000,- was echter niets afgedragen.
Om toch haar geld te krijgen legde de verkoopster beslag onder de kunsthandel en spande een procedure aan. De kunsthandel probeerde op allerlei manieren onder betaling uit te komen.
Op het moment dat beslag werd gelegd bestond de kunsthandel, een vennootschap onder firma (v.o.f.), niet meer vanwege het overlijden van een van de beide vennoten. De vordering was dus nietig.
Ook stelde de overblijvende vennoot dat hij zich nooit met de gang van zaken had bemoeid en dat de kunsthandel een eenmanszaak was. De zaken waren alleen door de kunsthandel en niet door de v.o.f. gedaan.
Verder stelde hij dat de vennoten maar tot een bedrag van € 5.000,- bevoegd waren. Daarom kon de vennootschap niet worden aangesproken voor de verplichting van € 30.000,- die de overleden vennoot bij het in consignatie nemen van de Sluijters was aangegaan.
Het hof maakte met al deze verweren korte metten. De boedel van de v.o.f. was nog niet vereffend, dus kon de v.o.f. nog steeds worden aangesproken.
Het bestaan van de kunsthandel als eenmanszaak was niet aannemelijk. Op alle correspondentie van de kunsthandel werd verwezen naar de v.o.f.
Wat betreft de beschikkingsbevoegdheid van de vennoten vond het hof dat als men accepteerde dat iemand een schilderij voor € 30.000,- kon verkopen, men ook moest accepteren dat hij bevoegd was een overeenkomst te sluiten, die hem verplichtte dit bedrag af te dragen.
Kortom: de v.o.f. moest de inkomsten uit de verkoop van de schilderijen afdragen.
Maar hoe veel moest de kunsthandel betalen? De verkoopster slaagde er niet om duidelijk te maken welke afspraken waren gemaakt over de vergoeding die de kunsthandel zou krijgen bij verkoop van de schilderijen. De rechter keek daarom naar het percentage dat de kunsthandel had gekregen van de opbrengst van andere schilderijen van de verkoopster. De kunsthandel mocht op grond hiervan 20% houden. De rest van de opbrengst (€ 28.000,-) moest de kunsthandel als voorschot afdragen. In de bodemprocedure kan de rechter de definitieve omvang van de vordering van de verkoopster vaststellen.
Drie juridische procedures (kort geding, spoedappel en bodemprocedure) betekent veel gedoe. Dit hadden partijen kunnen voorkomen als bij het in consignatie nemen de afspraken goed op papier waren gezet.
Belangrijke onderdelen van een consignatieovereenkomst zijn:
Hiermee kunt u zo nodig aantonen dat een consignatiegever zich niet aan de gemaakte afspraken heeft gehouden.
Wilt u een voorwerp in consignatie nemen? Wij stellen graag een overeenkomst voor u op waarmee u langdurige discussies kunt voorkomen. Of heeft u andere vragen over kunst en recht? Neem contact met ons op:
Waarom is het zo van belang dat u een goede consignatieovereenkomst sluit? In welke gevallen biedt deze overeenkomst uitkomst?
Een kunstverzamelaar zal soms kunstwerken verkopen om nieuwe objecten aan te kunnen schaffen. Als dat heel vaak gebeurt kan hij worden aangemerkt als kunsthandelaar in plaats van als consument. Wanneer is dat het geval? En wat zijn de gevolgen daarvan?
Gestolen cultuurgoederen moeten terug naar het land van herkomst. Wat zijn uw rechten en plichten als u te goeder trouw kunst hebt gekocht en die als gestolen geclaimd wordt?
Een duurovereenkomst kan in principe altijd worden opgezegd, ook als daarover geen afspraken zijn gemaakt. Maar dat kan niet zomaar. Waar moet u rekening mee houden bij de opzegging? En hoe zit het als u af wilt wijken van de gemaakte afspraken over opzegging van de overeenkomst?
Een nieuwe verordening van de EU verplicht vanaf 28 juni 2025 iedereen die cultuurgoederen in de EU wil invoeren om over een invoervergunning te beschikken of een importeursverklaring in te dienen. Wanneer is welk document nodig? En wat zijn de gevolgen hiervan voor kunsthandelaren, galeries, veilinghuizen en verzamelaars, zowel binnen als buiten de EU?
Als een contract is beëindigd, kunnen er nog steeds verplichtingen zijn die u wilt dat je contractpartner nakomt, zoals garanties of vertrouwelijkheid. U kunt dit regelen door middel van “survival clauses”, bepalingen die het einde van het contract overleven. Waar moet u op letten bij het opnemen van dergelijke clausules?