Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Volgens het Gerechtshof te Amsterdam is een kunsthandelaar niet verplicht om te melden dat een schilderij tien keer meer waard is, wanneer de verkoper weet wat hij verkoopt. In zijn commentaar voor de rubriek “De Uitspraak” van nrc.nl en NJBlog licht mr. drs. Reinier W.L. Russell toe hoe het hof tot zijn uitspraak heeft kunnen komen en wat de gevolgen hiervan zijn voor particuliere kunstverkopers.
Kan een niet-professionele verkoper die kunstwerken voor een veel te lage prijs verkocht heeft aan een professionele kunsthandelaar later alsnog betaling van een marktconforme prijs eisen? Het Nederlands recht kent geen regel dat een koopovereenkomst ongeldig is, enkel en alleen omdat de prijs niet in overeenstemming is met de werkelijke waarde van het verkochte. Dat is ook begrijpelijk, want het bevordert de rechtszekerheid in het handelsverkeer niet wanneer partijen eenvoudig op een eenmaal gesloten overeenkomst kunnen terugkomen.
Wie zich na zijn verkoop bekocht voelt, kan zich echter wel proberen te beroepen op bedrog of dwaling. Dat gebeurde dan ook in deze zaak. Bedrog is niet aan de orde, want er is geen sprake van opzet bij de koper, want de verkoper heeft zelfstandig de prijs bepaald.
De omstandigheden waaronder een beroep op dwaling gedaan kan worden, staan beschreven in artikel 6:228 BW. Dit noemt drie situaties, waarvan hier slechts die uit lid 1 sub b in aanmerking kan komen, namelijk dat de koper de dwalende verkoper had behoren in te lichten. Volgens de rechter in eerste aanleg was dit het geval. Van schending van de mededelingsplicht is sprake wanneer een partij zaken verzwijgt die voor de andere partij essentieel zijn. Bij een professionele handelaar wordt eerder een dergelijke mededelingsplicht aangenomen dan bij een particulier.
Het hof echter acht artikel 6:228 lid 2 BW van toepassing dat stelt dat een dwaling die volgens verkeersopvattingen voor rekening van de dwalende behoort te blijven niet voor vernietiging in aanmerking komt. In deze zaak heeft de verkoper namelijk zelf besloten zijn schilderijen te verkopen, hij wist dat het een Eversen was en hij heeft zelf de prijs bepaald van het te verkopen schilderij. De koper is slechts ingegaan op een bestaand aanbod en had daarmee een koopje. Hij is niet verplicht om zijn voordeel ongedaan te maken door aan de verkoper te melden dat hij elders een hogere prijs kan krijgen. Het hof laat de gevolgen van het gebrekkige onderzoek naar de waarde van het schilderij dan ook voor risico van de verkoper. “Bezint eer ge begint” is niet zonder reden een vaste zegswijze geworden.
Dat het hof in zijn arrest de aanwezigheid van een mededelingsplicht van de professionele partij afhankelijk lijkt te maken van de omvang van het verschil tussen de overeengekomen prijs en de werkelijke marktwaarde vertroebelt de zaak helaas. Dat een afwijking van 1000% van de prijs niet voldoende is om de professionele koper een mededelingsplicht te doen krijgen tegenover de particuliere verkoper lijkt op het eerste gezicht onrechtvaardig. Deze overweging komt echter in een ander licht te staan wanneer men beseft dat ook de particuliere verkoper zijn eigen verantwoordelijkheid heeft om zich over de gangbare prijzen te informeren.
Het arrest maakt dus duidelijk dat wie zich als verkoper op de (kunst)markt begeeft, zal moeten zorgen dat hij zijn huiswerk vooraf goed doet. Een grondig onderzoek naar de vigerende prijzen op de kunstmarkt behoort daarvan standaard een onderdeel te zijn. Via internet zijn vrij gemakkelijk verkoopprijzen van kunstwerken te achterhalen, al zal daarbij steeds ook rekening moeten worden gehouden met verschillen in grootte, motief en kwaliteit van het aangebodene.
Het artikel op nrc.nl (alleen voor abonnees)
Gestolen cultuurgoederen moeten terug naar het land van herkomst. Wat zijn uw rechten en plichten als u te goeder trouw kunst hebt gekocht en die als gestolen geclaimd wordt?
Een duurovereenkomst kan in principe altijd worden opgezegd, ook als daarover geen afspraken zijn gemaakt. Maar dat kan niet zomaar. Waar moet u rekening mee houden bij de opzegging? En hoe zit het als u af wilt wijken van de gemaakte afspraken over opzegging van de overeenkomst?
Een nieuwe verordening van de EU verplicht vanaf 28 juni 2025 iedereen die cultuurgoederen in de EU wil invoeren om over een invoervergunning te beschikken of een importeursverklaring in te dienen. Wanneer is welk document nodig? En wat zijn de gevolgen hiervan voor kunsthandelaren, galeries, veilinghuizen en verzamelaars, zowel binnen als buiten de EU?
Als een contract is beëindigd, kunnen er nog steeds verplichtingen zijn die u wilt dat je contractpartner nakomt, zoals garanties of vertrouwelijkheid. U kunt dit regelen door middel van “survival clauses”, bepalingen die het einde van het contract overleven. Waar moet u op letten bij het opnemen van dergelijke clausules?
De franchiseovereenkomst en de distributieovereenkomst lijken veel op elkaar, maar er zijn ook belangrijke verschillen. Welke gevolgen heeft het als u een franchiseovereenkomst sluit, terwijl dit eigenlijk een distributieovereenkomst is of omgekeerd? Hoe kunt u dit misverstand voorkomen?
De regering heeft in een brief aangegeven hoe zij de voorstellen uit de adviezen van de Commissie-Buma in regelgeving wil gaan omzetten. Wat betekent dit in de praktijk voor particulieren die kunst of andere cultuurgoederen in eigendom hebben? Maar eerst: wat zijn de regels voor de uitvoer van beschermde cultuurgoederen op dit moment?