Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Manon is gespecialiseerd in corporate litigation en ondernemingsrecht
manon.hoekstra@russell.nl +31 20 301 55 55Vanaf 1 juli 2024 is de Wet betaalbare huur van kracht. Een aantal aanvullende bepalingen zijn op 1 januari 2025 in werking getreden. Aan welke verplichtingen moeten verhuurders nu voldoen?
Op 1 juli 2024 is de Wet betaalbare huur (hierna: WBH) in werking getreden. Dit betekent dat huurders vanaf dat moment een beroep kunnen doen op deze wet. Door de WBH wordt de huurprijs in het middensegment nu gereguleerd, waardoor voor middeninkomens de huur beter betaalbaar is geworden. Ook is een maximumhuurprijs bepaald voor alle nieuwe huurcontracten die op of na 1 juli 2024 zijn gesloten tot en met een puntenaantal van 186 (€ 1.157 per maand). Voor verhuurders is het daardoor verboden geworden woningen te verhuren voor een hogere huurprijs dan op basis van het woningswaarderingsstelsel is toegestaan.
Indien een huurder een huurwoning in de vrije sector huurt, dan is sprake van een geliberaliseerde huurprijs. Op huurwoningen in de vrije sector is de WBH niet van toepassing. Echter, een huurder in de vrije sector kan toch een verzoek indienen tot verlaging van de huur in het geval dat:
In die situatie is een overgangstermijn van één jaar van toepassing en kan de geliberaliseerde huurprijs per 1 juli 2025 worden verlaagd. In de meeste gevallen dient de huurder dan opnieuw een verzoek bij de huurcommissie in te dienen.
Bij de huurcommissie zijn diverse procedures aangespannen door zowel verhuurders als huurders naar aanleiding van de inwerkingtreding van de WBH. In een aantal daarvan is door de huurcommissie inmiddels een beslissing gegeven. De huurcommissie heeft in diverse procedures de huurprijs als niet redelijk beschouwd en de huurprijs van de woning verlaagd. In andere procedures heeft de huurcommissie huurprijsverhogingen toegestaan, omdat deze huurprijsverhogingen niet afweken van de daarvoor vastgestelde percentages.
Tot slot zagen wij dat de huurcommissie heeft vastgesteld dat voor sommige woningen die in de vrije sector worden verhuurd, maar op basis van het woningswaarderingsstelsel in de sociale sector horen, een niet redelijke huurprijs werd gevraagd. De huurcommissie gaf daarbij aan op dit moment de huurprijs nog niet te kunnen verlagen, aangezien deze uitzondering vanaf 1 juli 2025 geldt. De huurder moet de verhuurder daarnaast ook om een huurprijsverlaging vragen, alvorens een verzoek in te dienen bij de huurcommissie. Wel benadrukte de huurcommissie dat de betreffende huurder voor 1 juli 2025 opnieuw een verzoek kan indienen tot een verlaging van de huurprijs. Daarnaast bestaat voor de huurder de mogelijkheid de rechter om een uitspraak vragen.
Vanaf 1 januari 2025 zijn een aantal extra wettelijke bepalingen van kracht gegaan die zien op de huur en verhuur van woningen. Om te beginnen kunnen gemeentes per 1 januari 2025 de naleving van de WBH handhaven. Op het moment dat de verhuurder een te hoge huurprijs vraagt voor een woning die onder de WBH valt, kan de verhuurder hiervoor een boete krijgen.
Verhuurders zijn vanaf 1 januari 2025 verplicht om bij alle nieuwe huurcontracten een kopie van de puntentelling te geven die is gebaseerd op het woningwaarderingsstelsel. Dit is ook verplicht voor verhuurders als uit de puntentelling blijkt dat de woning ook in de vrije sector mag worden verhuurd. Deze extra verplichting voor verhuurders, is in het leven geroepen om meer helderheid te bieden aan zowel de huurders als de verhuurders.
Vanaf 1 januari 2025 kan geen beroep meer worden gedaan op de Regeling eenmalige inkomensafhankelijke huurverlaging die gold voor mensen met een woning van een woningcorporatie. Dit betekent ook dat geen verzoek meer kan worden ingediend tot een eenmalige huurverlaging bij de huurcommissie. De Regeling eenmalige inkomensafhankelijke huurverlaging was geldig van 1 maart 2023 tot 31 december 2024. Slechts in enkele gevallen is het voor huurders mogelijk ook in 2025 de huurcommissie voor deze regeling in te schakelen.
Tot slot is in de Wet Betaalbare huur een maximum bepaald voor de huurprijsverhoging van de woningen die in het middensegment vallen. Dit maximum wordt namelijk bepaald op basis van de hoogte van de CAO-loonindexcijfers.
Per 1 januari 2025 zijn de huurprijsgrenzen voor de sociale, de midden- en de vrije sector opnieuw geïndexeerd. In 2025 mag de huurprijs als volgt worden verhoogd:
Heeft u als verhuurder vragen over hoe u uw huurcontracten in lijn brengt met de huidige ontwikkelingen en waar u verder rekening mee dient te houden? Neem vooral contact op met één van onze advocaten:
Waarschijnlijk per 1 juli 2024 zal het beëindigen van tijdelijke verhuur van woonruimte een stuk lastiger worden voor verhuurders. Wel zijn er hierop enkele uitzonderingen. Wat zijn de nieuwe regels voor tijdelijke verhuur van woonruimte?
Waarom is het verstandig voor een verhuurder om in een tijdelijke huurovereenkomst een diplomatenclausule op te nemen en wat is de inhoud van deze clausule?
In februari 2016 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel doorstroming huurmarkt aangenomen, op grond waarvan de mogelijkheden voor het aanbieden van tijdelijke huurcontracten worden uitgebreid. Deze mogelijkheden verdwijnen grotendeels weer per 1 juli 2024. Wat is de stand van zaken nu? En hoe zat het ook al weer?
De Rechtbank Amsterdam vernietigde dit jaar enkele malen een bepaling in de huurovereenkomst die de verhuurder de vrijheid gaf om de huur met meer dan het inflatiecijfer te verhogen. Daarmee vervielen alle huurverhogingen vanaf het begin van het huurcontract. Maar is dit wel een juiste uitleg van het Europese consumentenrecht?
Gebouwen kunnen tijdloos zijn, maar eens in de zoveel tijd zullen er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om verval te voorkomen. Huurder en verhuurder hebben verschillende rechten en plichten al naar gelang de werkzaamheden zijn aan te merken als renovatie of (dringend) onderhoud.
Het grootste verschil tussen 230a- en 290-bedrijfsruimte is de minimale termijn van de huurovereenkomst. De langere huurtermijn voor 290-bedrijfsruimte geeft detailhandel en horeca meer tijd om hun investeringen terug te verdienen. Wat zijn de huurtermijnen voor de verschillende soorten bedrijfsruimte?