Een proeftijdbeding kan worden overeengekomen onder de volgende drie voorwaarden:
De wettelijke termijnen zijn:
Als de drie voorwaarden niet worden nageleefd, is het proeftijdbeding nietig en gelden de ‘gewone’ ontslagregels. Bovendien is het proeftijdbeding nietig als de werknemer al als uitzendkracht of payroller of op basis van een eerder tijdelijk contract voor u heeft gewerkt.
Tijdens de proeftijd kunnen zowel u als de werkgever de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang opzeggen. U hoeft geen redelijke grond voor het ontslag te hebben en de preventieve toets bij het UWV of de kantonrechter is niet nodig. Ook hoeft u geen rekening te houden met de opzegtermijn.