Wat kan de OR doen als de bestuurder het advies niet volgt?

Op het moment dat de bestuurder een besluit neemt dat niet (geheel) in overeenstemming is met het advies van de OR, moet de bestuurder de OR hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis stellen. Ook moet de bestuurder uitleggen waarom van het advies is afgeweken. Daarbij moet de bestuurder ingaan op de specifieke bezwaren in het advies van de OR. Is de bestuurder afgeweken van het advies om redenen die de OR niet bekend waren? Dan moet de OR opnieuw worden gevraagd te adviseren over de uitvoering van het besluit. In de tussentijd moet de bestuurder een maand lang wachten met het uitvoeren van het genomen besluit.

Geeft de bestuurder deze uitleg niet? Of wordt het besluit al uitgevoerd? Dan kan de OR in beroep gaan bij de Ondernemingskamer in Amsterdam. Hiervoor is vertegenwoordiging door een advocaat nodig. De Ondernemingskamer beoordeelt of het besluit ‘kennelijk onredelijk’ is. Is de Ondernemingskamer van mening dat dit het geval is, dan kan zij de bestuurder verbieden om het besluit uit te voeren. Daarnaast kan de Ondernemingskamer de bestuurder verplichten om het besluit geheel of voor een deel in te trekken en de gevolgen van het besluit ongedaan te maken. Verder kan de OR de Ondernemingskamer bij indiening van het verzoekschrift vragen om voorlopige voorzieningen te treffen. In dat geval legt de Ondernemingskamer één of meer van de bovenstaande maatregelen op voor de duur van de procedure. Hierdoor kan de OR snel ingrijpen.